Peritoneale dialyse

Als je nieren niet meer werken, kan dialyse of niertransplantatie de functie van de nieren (deels) overnemen. In deze tekst wordt de peritoneale dialyse beschreven.

Als je nieren niet meer werken, kan dialyse of niertransplantatie de functie van de nieren (deels) overnemen.

In deze tekst wordt de peritoneale dialyse (PD) beschreven.

In het kort – wat wil dit zeggen?

Peritoneale dialyse is een medische behandeling die wordt gebruikt om de functie van de nieren te vervangen wanneer deze niet meer goed werken. Het verschilt van hemodialyse doordat het gebruikmaakt van je buikvlies (het peritoneum) om afvalstoffen en overtollig vocht uit je lichaam te verwijderen. Daarom wordt deze vorm van nierdialyse ook wel buikspoeling of buikdialyse genoemd.

Bij peritoneale dialyse wordt een speciale vloeistof via een katheter in je buikholte gebracht. Deze vloeistof blijft daar een tijdje zitten en verwijdert afvalstoffen en overtollig vocht uit je bloed via een natuurlijk proces. Na een paar uur wordt de gebruikte vloeistof uit je buik verwijderd en vervangen door nieuwe, schone vloeistof. Dit proces heet een wisseling en wordt meerdere keren per dag herhaald.

Bij peritoneale dialyse heb je 24 uur per dag spoelvloeistof in je buik. Voor sommige mensen is dit niet de hele dag nodig. Dat hangt af van wat je nieren nog zelf doen en hoe goed ze nog overtollig vocht kunnen kwijtraken.

Peritoneale dialyse kan je thuis doen. Je leert de wisselingen zelf uitvoeren of met hulp van je partner of een verzorger. Het geeft je meer vrijheid in vergelijking met andere vormen van dialyse.

Praktisch – welke peritoneale dialyse en waar?

Er zijn twee hoofdsoorten peritoneale dialyse:

Continue ambulante peritoneale dialyse (CAPD):

Bij CAPD breng je een speciale vloeistof (dialysaat) in je buikholte via een katheter. Hiervoor heb je geen machine nodig. Je wisselt de vloeistof met de hand. Dit gebeurt meestal vier keer per dag. De vloeistof blijft een tijdje in je buik, waar het afvalstoffen en overtollig vocht uit je bloed opneemt. Na een paar uur laat je de gebruikte vloeistof weer weglopen en voeg je nieuwe toe. Als het nodig is laat je ook ’s nachts vocht in je buik. CAPD kan thuis worden gedaan en vereist geen speciale machine.

Geautomatiseerde peritoneale dialyse (APD):

Bij APD gebruikt je een machine om het dialyseproces uit te voeren terwijl je slaapt. Je vult ’s avonds je buik met dialysaat en sluit je aan. De machine pompt automatisch de vloeistof in en uit je buik gedurende de nacht, waardoor je overdag meer vrijheid hebt. Net als CAPD kan ook APD thuis worden gedaan.

Beide vormen van peritoneale dialyse hebben hun eigen voor- en nadelen, en de keuze tussen CAPD en APD kan afhangen van je levensstijl, gezondheidstoestand en persoonlijke voorkeur.

Waar doe je peritoneale dialyse?

Een behandeling met peritoneale dialyse doe je thuis. Bij buikspoeling heb je namelijk 24 uur per dag spoelvloeistof in je buik (afhankelijk van je nierfunctie). Je dialyseert daardoor24 uur per dag. Hiervoor krijg je eerst een training in het ziekenhuis.
Wisselen kan ook op het werk, tijdens een dagje uit of op vakantie. De plek waar je wisselt moet wel schoon zijn.
Je krijgt de zakken spoelvloeistof en andere materialen bij je thuis, zodat je altijd voldoende voorraad hebt. De leverancier, de apotheek of het dialysecentrum bezorgt ze. Het ziekenhuis of het dialysecentrum geeft je daar informatie over.
Officieel ben je onder behandeling bij het dialysecentrum of de dialyse-afdeling van het ziekenhuis. Daar ga je ook regelmatig op controle.

Controles in het dialysecentrum

Je gaat om de 6 tot 8 weken op controle in het dialysecentrum voor een klinisch onderzoek, een bloedcontrole en een gesprek met de dokter en verpleegkundige. Andere onderzoeken zoals het nemen van een EKG (een film van het hart), RX-thorax (een foto van de longen) kunnen eventueel ook gebeuren.

De arts en verpleegkundige kijken of afvalstoffen voldoende worden verwijderd en of je de spoelingen goed aankunt. Blijkt het dialyseschema niet goed meer te zijn? Dan zijn er verschillende oplossingen. Misschien krijg je een andere spoelvloeistof. Of je krijgt een ander dialyseschema. Misschien moet je zelf overdag handmatig een extra wisseling uitvoeren.

Keuzes maken – is peritoneale dialyse bij jou mogelijk?

Als het medisch verantwoord is, mag je zelf kiezen tussen peritoneale dialyse en hemodialyse. Bij de keuze is je medische situatie belangrijk, maar vooral wat je zelf wilt. Verder is het belangrijk dat PD bij jou thuis mogelijk is.

Soms is eerst overleg met je arts nodig. Die kijkt of PD medisch wel mogelijk is. Bijvoorbeeld in de volgende situaties kan het moeilijk zijn om PD te doen:

  • Als je een chronische darmziekte hebt
  • Als je kortgeleden een buikoperatie hebt gehad
  • Als je vaak buikvliesontsteking hebt, of ernstige buikvliesontsteking hebt gehad
  • Als je ernstige verklevingen in de buikholte hebt door vroegere buikoperaties

Als je een breuk in je buikwand (hernia) hebt, bijvoorbeeld een liesbreuk, littekenbreuk of een navelbreuk, moet deze breuk eerst worden hersteld. Dit kan soms ook tijdens de operatie waarbij de PD katheter geplaatst wordt.

Als je hartfalen hebt, kan peritoneale dialyse juist gunstiger zijn dan hemodialyse. Hemodialyse is een extra belasting voor je hart.

Vraag in het ziekenhuis of je hier met een nefroloog of chirurg over kunt praten. Die kan beter beoordelen wat medisch gezien wel en niet mogelijk is.

Peritoneale dialyse gebeurt thuis. Dat kan alleen als jouw woning voldoet aan bepaalde eisen. Een medewerker van het dialysecentrum komt daarom op huisbezoek.

Gevolgen van peritoneale dialyse

Elke vorm van dialyse heeft grote gevolgen voor je leven. Je kunt te maken krijgen met emotionele gevolgen en praktische gevolgen voor je dagelijks leven. Je kunt beperkingen ervaren bij werk of opleiding, het huishouden doen, sport, autorijden en uitgaan. Ook op vakantie gaan met buikdialyse vraagt aanpassingen.

Mensen die dialyseren leven korter dan mensen die verder gezond zijn. De zorg wordt wel steeds beter. Daardoor blijven mensen langer in leven.

Bijwerkingen van peritoneale dialyse

Bij peritoneale dialyse kun je last krijgen van bijwerkingen, maar dat hoeft niet.

Het gaat om de bijwerkingen:

  • buikvliesontsteking
  • ontsteking van de huid of katheter
  • vol gevoel en dikkere buik
  • navelbreuk of liesbreuk
  • bijwerkingen door glucose in de spoelvloeistof, zoals minder eetlust, aankomen in gewicht of verandering van het buikvlies

Bespreek klachten altijd met de nefroloog of verpleegkundige. Zeker als je nieuwe klachten krijgt of als bestaande klachten verergeren.

Peritoneale dialyse – iets technischer uitgelegd

Bij peritoneale dialyse werkt jouw buikvlies als filter. Er lopen veel bloedvaten door het peritoneum. De bloedvaten vervoeren bloed door het buikvlies. In het buikvlies zitten heel kleine gaatjes (poriën). Afvalstoffen, overtollig vocht en andere overtollige stoffen stromen van de bloedvaten door de gaatjes naar de spoelvloeistof.

De spoelvloeistof zit na een tijdje vol met afvalstoffen en overtollig vocht. Er bewegen dan bijna geen afvalstoffen en vocht meer van de bloedvaten naar de spoelvloeistof. Er vindt geen filtering (dialyse) meer plaats. Dan moet je de spoelvloeistof verwisselen.

Om dit te kunnen doen zijn verschillende stappen nodig:

  • Plaatsen van de katheter: Om peritoneale dialyse uit te voeren, wordt een zachte katheter (een flexibele buis) in de buikholte van de patiënt geplaatst. Deze katheter blijft op zijn plaats en fungeert als een in- en uitgang voor de vloeistof die wordt gebruikt tijdens de dialyse. De katheter hangt ongeveer tien cm uit de buik en heeft 2 cuffs (verdikkingen). Deze cuffs vergroeien met het omliggende weefsel waardoor een dubbele bescherming ontstaat:
    • het lekken van vocht wordt hierdoor praktisch onmogelijk;
      het binnendringen van bacteriën wordt voorkomen.
    • Ongeveer twee weken na de plaatsing van de katheter kan je starten met de buikdialyse.
    • Als je acuut met dialyse moet starten, is een acute opstart van de buikdialyse ook mogelijk, mits bepaalde maatregelen genomen worden (o.a. kleine spoelvolumes, enkel dialyse in liggende houding,…).
  • Dialysevloeistof (dialysaat): Speciale vloeistof, het dialysaat genoemd, wordt door de katheter in de buikholte gebracht.
  • Diffusie en osmose: Het peritoneum fungeert als een semi-permeabel membraan. Afvalstoffen en overtollig vocht uit het bloed in de bloedvaten in de peritoneale holte passeren door het peritoneum naar het dialysaat vanwege de verschillen in concentratie (diffusie) en osmotische druk.
  • Vloeistof verwijderen: De vloeistof met afvalstoffen en overtollig vocht blijft een tijd in de buikholte. Het wordt vervolgens via de katheter uit het lichaam verwijderd en vervangen door verse dialysevloeistof. Dit proces staat bekend als een wisseling.
  • Herhaling: De wisselingen worden herhaald, meestal vier tot vijf keer, afhankelijk van het type peritoneale dialyse dat wordt uitgevoerd en de behoeften van de patiënt.

Laten we dieper ingaan op de verschillende vormen van peritoneale dialyse:

Continue ambulante peritoneale dialyse (CAPD):

  • Procedure: Bij CAPD wordt je buikholte gebruikt als natuurlijk filter voor het verwijderen van afvalstoffen en overtollig vocht uit je bloed. Dit gebeurt door een speciale vloeistof, dialysaat genoemd, in je buikholte te laten lopen via een permanente katheter die in je buik is geplaatst. Het dialysaat blijft gedurende een bepaalde tijd (meestal 4-6 uur) in je buik, waar het afvalstoffen en overtollig vocht uit je bloed opneemt. Vervolgens wordt het gebruikte dialysaat via dezelfde katheter uit je buikholte verwijderd.
  • Frequentie: CAPD wordt gewoonlijk vier keer per dag uitgevoerd, inclusief ’s nachts. Mensen die CAPD doen, voeren deze handelingen zelf uit of met hulp van een verzorger. Het grote voordeel van CAPD is dat het geen machine vereist en dus meer vrijheid biedt. Het kan thuis, op het werk of zelfs tijdens het reizen worden gedaan.

Geautomatiseerde peritoneale dialyse (APD):

  • Procedure: Bij APD wordt een machine, een cycler genoemd, gebruikt om het dialyseproces uit te voeren terwijl je slaapt. Net als bij CAPD wordt dialysaat in de buikholte gebracht via een katheter. In plaats van handmatig het dialysaat toe te dienen en te verwijderen, maakt APD gebruik van een cycler die ’s nachts automatisch het dialysaat in en uit je buikholte pompt in meerdere cycli.
  • Frequentie: APD omvat ’s nachts meerdere sessies, waardoor het mogelijk is dat de machine gedurende 8-10 uur verschillende uitwisselingen van dialysaat uitvoert. In de ochtend wordt de machine losgekoppeld, waardoor je overdag vrijheid hebt zonder de machine mee te hoeven nemen. APD biedt meer flexibiliteit overdag in vergelijking met CAPD.

Zowel CAPD als APD hebben hun eigen voor- en nadelen. CAPD biedt meer flexibiliteit omdat het geen machine vereist, terwijl APD ’s nachts automatisch verloopt en overdag meer vrijheid biedt.

Het succes van peritoneale dialyse hangt af van verschillende factoren, zoals de gezondheid van de buikholte, de naleving van het behandelingsprotocol, je algehele gezondheid en je vermogen om met de apparatuur en procedures om te gaan. De keuze tussen CAPD en APD wordt meestal gemaakt op basis van je individuele behoeften, levensstijl en medische overwegingen.

Peritoneale dialyse – welke spoelvloeistoffen kan je gebruiken?

De spoelvloeistof of het dialysaat is een belangrijk onderdeel van peritoneale dialyse. Er zijn verschillende soorten dialysaten die worden gebruikt in peritoneale dialyse, elk met hun eigen samenstelling en eigenschappen:

  • Standaard dialysaat – PD-spoelvloeistof met glucose
    Dit is de meest gebruikte vorm. Het bestaat uit een oplossing van elektrolyten, zoals natrium, kalium, calcium en magnesium, en glucose (een suiker). De glucose trekt vocht aan en helpt bij het verwijderen van afvalstoffen uit het bloed door osmose. De hoeveelheid glucose (suiker) kan per soort PD-vloeistof verschillen. Hoe meer glucose, hoe meer vocht er verwijderd kan worden. Misschien raadt je arts je aan om verschillende soorten PD-vloeistoffen te gebruiken. Deze hebben allemaal een andere hoeveelheid glucose. Dat is een manier om de goede hoeveelheid vocht te verwijderen.
  • Neutrale pH-oplossingen
    Standaard dialysaten zijn zuur, wat op de lange termijn schade aan het peritoneum kan veroorzaken. Neutrale pH-oplossingen zijn ontwikkeld om de zuurgraad te verminderen en mogelijk schade aan het peritoneum te minimaliseren.
  • Icodextrine (extraneal®).
    Dit is een ander soort dialysaat dat icodextrine bevat in plaats van glucose. Icodextrine wordt gemaakt van maïszetmeel. Het bestaat uit lange ketens van glucose (suikers). Hierdoor wordt icodextrine niet opgenomen door het buikvlies, en werkt het langzamer en langer. Bij mensen met diabetes geeft het minder schommelingen in de bloedglucosewaarden. Het wordt gebruikt als een ‘lange’ dialysevloeistof vanwege zijn eigenschappen om langer in de buikholte te blijven dan standaarddialysaten. Hierdoor kan het gebruikt worden om gedurende een langere periode vocht en afvalstoffen te verwijderen, waardoor een meer continue behandeling wordt geboden. PD-vloeistof met icodextrine mag je maar 1 keer per dag gebruiken. Bij CAPD is dit tijdens de nacht en bij APD overdag. Daarnaast gebruik je PD-vloeistof met glucose.
  • Dialysaat met aminozuren (nutrineal®)
    Dit is een dialysaat dat aminozuren bevat in plaats van glucose of icodextrine. Het kan een bron van energie en voedingsstoffen zijn voor patiënten die peritoneale dialyse ondergaan, waardoor het de voedingsstatus kan ondersteunen. Vaak wordt het ook gebruikt om de hoeveelheid glucose, die in de buikholte terecht komt, te verminderen, bv bij diabetes of gewichtstoename ten gevolge van de peritoneale dialyse.

De keuze voor het juiste dialysaat hangt af van verschillende factoren, waaronder je behoeften, de frequentie en duur van de behandelingen, en eventuele complicaties die zich tijdens de peritoneale dialyse kunnen voordoen. De behandelend arts zal bepalen welk type dialysaat het meest geschikt is voor jou, rekening houdend met je medische geschiedenis en je behoeften. Misschien raadt je arts je aan om verschillende soorten PD-vloeistoffen te gebruiken.