De nieren zijn boonvormige organen die zich links en rechts achteraan naast de wervelzuil bevinden. Ze zijn 10 tot 12 cm groot en wegen elk ongeveer 200 gram.
De nieren werken als een zuiveringsstation om het bloed te zuiveren. Daarom worden ze rijkelijk van bloed voorzien. Bij elke hartslag wordt een vierde van de bloedstroom naar de nieren geleid via twee grote bloedvaten die van de buikslagader aftakken. De urine wordt via urineleiders naar de blaas gebracht.
nier
slagader
urineleider
blaas
ader
Klik op de witte bolletjes voor meer informatie
nierschors
niermerg
nierslagader
nierader
nierbekken
urineleider
Klik op de witte bolletjes voor meer informatie
Wanneer we de nier van dichterbij bekijken, zien we een schors (ook wel cortex genoemd) en een merggedeelte (medulla). In de schors bevinden zich de nierfiltertjes. Aan ieder filtertje (glomerulus) hangt ook nog een kronkelbuisje (tubulus). Samen vormen zo’n filtertje en buisje een niereenheid of nefron. De schors van iedere nier bevat gemiddeld één miljoen dergelijke éénheden. Het merggedeelte is opgebouwd in piramides die de verzamelbuisjes bevatten, waarin de kronkelbuisjes samenkomen.
De verzamelbuisjes monden uit in een kelkvormig verzamelsysteem, het nierbekken (pyelum). Van daaruit vertrekt de urine via de urineleider naar de blaas.
De nierfiltertjes zijn vergelijkbaar met een vergiet. Ze meten ongeveer 0,1 mm in diameter en zijn opgebouwd uit een kluwen van minuscule bloedvaatjes (haarvaatjes of capillairen). Ze zuiveren het bloed door een belangrijk deel van dit bloed, waarin afvalstoffen zitten, te laten weglekken naar de kronkelbuisjes.
Als deze filtertjes gezond zijn, laten ze geen eiwitten door, maar wel een aantal nuttige stoffen, zoals water, mineralen en suiker. De kronkelbuisjes passen dit bij zodat het filtraat (de ‘’eerste urine”) uiteindelijk herleid wordt tot de 1 tot 3 liter urine die iedereen dagelijks uitplast.
Vereenvoudigd beeld van een nierfiltertje (glomerulus) zoals gezien onder een microscoop.
Een goede werking van de nieren is levensnoodzakelijk. We hebben de nieren zelfs zo nodig dat we er twee hebben gekregen. In normale omstandigheden hebben ze echter zoveel reserve dat we er ook één kunnen missen.
A | Afvalstoffen verwijderen
B | Bloeddruk op peil houden
C | Correctie van de zuurtegraad
D | Activering van vitamine D
E | Erytropoëtine, in de volksmond ‘epo’ genoemd
De nier verwijdert honderden verschillende afvalstoffen tegelijk. Slechts enkele daarvan worden in de dagelijkse praktijk gemeten. Eén van die afvalstoffen is creatinine, een afbraakproduct van de spieren. De hoeveelheid afvalstoffen in het bloed maakt het mogelijk de nierwerking te meten. Globaal genomen is de nierwerking dus slechter naarmate de hoeveelheid creatinine in het bloed groter is. Veel afvalstoffen komen uit de voeding. Bekende afvalstoffen zijn ureum, kalium en fosfor.
De nier regelt de bloeddruk op twee manieren: door de hoeveelheid vocht in het lichaam te regelen en door hormonen af te scheiden.
De zuurtegraad van het bloed moet binnen nauwe grenzen blijven opdat het lichaam optimaal zou functioneren. Zowel de nieren als de longen spelen daarin een belangrijke rol.
Vitamine D wordt naar haar actieve vorm omgezet in de nier. Deze vitamine is nodig voor een goede botontwikkeling.
De nier produceert Erytropoëtine, een hormoon dat noodzakelijk is voor de aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg. Het hormoon is het bekendst onder zijn afkorting ‘epo’. Topsporters misbruikten het hormoon om betere prestaties te kunnen leveren.